Update Aken

Achtergrondinfo is te vinden onder ‘campagnes’ – ‘Bankonteigening Aken’.

Verslag van de zittingen :

(English and German versions can be found on https://solidariteit.noblogs.org/
Spanish versions can be found on https://solidaritatrebel.noblogs.org/)

De derde zitting van de zaak ging voornamelijk over de (zeer technische) verklaring van een DNA expert van het LKA, die de DNA monsters heeft geanaliseerd die gevonden werden op kledingstukken en gereedschap, en de gebruikte methoden om hun overeenkomst vast te stellen met de monsters die (op een illegale manier, zoals de advocaat stelde) van onze kameraden genomen zijn, respectievelijk van een neppe ademanalyse en een bierblikje. The rechters en de advocaten hebben de expert verschillende vragen gesteld, en deze heeft “toegegeven” dat het niet mogelijk is om vast te stellen hoe lang een DNA monster op een object heeft gezeten en dat de “kwaliteit” van een monster verschilt afhankelijk van het soort materiaal (ruw of glad metaal, kleding, poreus materiaal, etc.) of van de hygiënische omstandigheden, onder andere. De videobeelden van de drie cameras in de kelder van de bank (waar de kluis zich bevindt) werden ook getoond, zonder verder enig commentaar.

De vierde zitting hoorde de getuigenverklaringen van de twee bankmedewerkers die de sleutels van de kluis hadden en naar de kelder zijn gegaan met de twee overvallers. De eerste herinnerde zich een vrouw met een zilveren pruik en drie anderen, allemaal tussen de 20 en 30 jaar oud. De objecten die de rechter hem op foto’s liet zijn herkende hij niet. Toendertijd is deze getuige door de politie gevraagd een compositietekening te maken, en hij bevestigde dat dit het mentale beeld is dat hij zich herinnert van de man die met hem naar de kluis is gegaan. Hij gaf ook toe de foto’s gezien te hebben van onze kameraden die in de lokale pers gepubliceerd zijn. Hij herkende niemand van de aanwezigen als de daders.

De tweede getuige (assistent manager van het filiaal) herinnerde zich drie of vier mensen. Een vrouw met een zwarte of donkerbruine pruik en een pistool. Nadat de rechter hem foto’s had laten zien gaf hij te kennen dat de tas en de pruik overeen zouden kunnen komen met wat hij zich herinnert. De politie heeft hem niet gevraagd een compositietekening te maken, noch hem video’s laten zien. Hij herkende ook niemand van de aanwezigen in de zaal. Na iedere getuigenverklaring werden de drie video’s opnieuw getoond, om te zien of een van de getuigen zich meer zou herinneren, wat niet het geval was.

Opnieuw konden de beschuldigden rekenen op de steun van de kameraden die aanwezig waren bij de zitting om hen onze solidariteit te tonen.

In de vijfde zitting (16/02) hebben twee straatvegers verklaard dat ze op de dag van de overval een tas gevonden hebben in de buurt van de bank. Eén van hen heeft niet gezien wat erin zat en heeft nauwelijks iets verklaard. De andere zag, terwijl hij de tas leegde in zijn karretje, dat er een pistool inzat en waarschuwde de politie. Hij was er niet zeker van of het een sporttas met daarin een plastic tas betrof, of dat het twee tassen waren.

De twee agenten die gewaarschuwd werden door de straatveger en zich in de buurt van de bank bevonden na de overval om het gebied af te zetten hebben ook een verklaring afgelegd. Zij verklaarden dat geen van beiden de tas aangeraakt heeft, maar dat eén van de straatvegers dat wel gedaan had (met werkhandschoenen).

Verder heeft de rechter verschillende forensische rapporten gelezen betreffende het materiaal dat in de bank aanwezig was (gereedschap, kabelbinders, een mesje waar een vingerafdruk op zat, etc.) en een rapport bedoeld om vast te stellen of de sporen op de kluis en de deur naar het appartement (grenzend aan de bank en de personeelsingang) overeenstemmen met het gereedschap dat binnen in de bank gevonden is. Dit laatste rapport is niet definitief.

De zesde zitting (02/03) : de eerste getuige was een klusjesman van het gebouw waarin de bank zich bevindt, die zijn “werkplaats” op de -1 verdieping van de privé parkeergarage van het gebouw heeft. Op de bewuste ochtend hoorde hij geluiden van deuren en mensen, maar zonder echt te kunnen vaststellen om welke deur het ging, aangezien er verschillende deuren in de garage zijn die toegang verschaffen tot het trappenhuis van de woning en de bank. Voor al deze deuren is een sleutel nodig om binnen te komen maar niet om naar buiten te gaan. Hij had een zwarte muts op de grond gevonden die hij aan de politie heeft overhandigd toen hij besefte dat er een overval had plaatsgevonden.
Hierna volgde de getuigenis van een ouder stel dat in het gebouw woont. Die ochtend waren ze hun auto aan het starten in de garage, en zagen ze vier jonge mensen tussen de 20 en 25 jaar oud in hun achteruitkijkspiegel, die donkere kleren aanhadden en eruit zagen alsof ze terug kwamen van een nacht feesten. Later op straat dachten ze een stelletje te zien dat iets aan het doen was op de grond met een tas, naast een auto die geparkeerd stond op een invalideplaats. Op dat moment schonken ze er niet veel aandacht aan, maar toen ze terugkwamen en veel politie zagen hebben ze hun verhaal gedaan bij de agenten.

De laatste getuige heeft een oogheelkundepraktijk in het gebouw, en toen ze naar haar werk ging kwam ze langs vier mannen in het trappenhuis die kleding aan het uitdoen waren, terwijl ze eronder ook kleding droegen. In het bijzonder lette ze op een persoon die geen pruik droeg, noch een bril, noch een bivakmuts, en gaf ze aan dat deze persoon niet aanwezig was in de rechtszaal. Verder zag ze op straat iemand weggaan op een fiets, en een ander (eerst dacht ze zich een vrouw te herinneren, maar ze wist het niet meer zeker) die een fiets op slot deed met een ketting.

Geen van de getuigen herkende iemand van de aanwezigen in de zaal (ook niet de aangeklaagde kameraden).

Verder werd er een stuk voorgelezen uit de samenvatting over de twee gaspistolen, over de italiaans makelij, kaliber, kenmerken, etc.

Korte samenvatting van de 7e zitting (06/03)

Tijdens de zitting op 6 maart hebben 4 bankmedewerkers getuigenissen afgelegd.

De eerste getuige was niet aanwezig tijdens de overval, maar had de dag ervoor de kluis afgesloten. Ze sprak over het meegenomen geldbedrag in euros en andere valuta. Haar getuigenis was zeer kort.

De tweede getuige was verantwoordelijk voor de “veiligheid” van de bank. Hij herinnerde zich een vrouw en op z’n minst twee mannen. Wat betreft de vrouw, geen pruik, geen bril, en met groene/bruine ogen. Ze zou Duits gesproken hebben met een accent (zonder te kunnen vaststellen waarvandaan precies). Een man met een blonde pruik, en in het algemeen geen van hen bijzonder lang. Hij kon niet veel details geven, aangezien hij zich praktisch niets herinnerde.

De derde getuige werkt in een van de “hokjes” van de bank. Toendertijd heeft hij gezegd dat hij een aantal van de overvallers zou herkennen als hij ze terug zou zien. En dat hun houding vrij hard was. Ook zei hij dat de vrouw tussen de 30 en 35 jaar oud was. In zijn getuigenis gaf hij toe dat hij zich op dit moment bijna geen details kon herinneren van die dag, dat hij dacht dat de vrouw ongeveer 28 jaar oud is, dat hij niemand herkent van de aanwezigen, en dat in zijn herinnering de overvallers heel vriendelijk en bijna “sympathiek” waren.

De laatste getuige werkt ook als kassier. Zij was er zeker van dat er 6 overvallers waren. Zonder twijfel een vrouw en een man, en wat betreft de anderen wist ze niet zeker of het allemaal mannen geweest waren. Ze herinnerde zich een vrouw met een pruik en een bril, met grijzige huid, en een bruine man (toendertijd heeft ze tegenover de politie verklaard dat hij misschien mexicaans was) met een blonde pruik. De mannen waren allemaal klein en ze dacht dat een van hen tussen de 50-60 jaar oud zou kunnen zijn. De anderen waren zeer jong, ongeveer 20 of 20 nogwat jaar oud. Tijdens de overval heeft ze de overvallers horen praten en het leek op een Oost-Europese taal. Toen ze die dag naar huis ging hoorde ze mensen uit Roemenië praten bij een stoplicht en dacht dat ze hetzelfde spraken als de overvallers, vandaar dat ze de politie heeft verteld dat het mensen uit dit land konden zijn geweest.

De 8ste zitting (09/03) : Tijdens de zitting op 9 maart hebben 2 bankmedewerkers verklaringen afgelegd, evenals een agent die vanuit het hoofdkwartier naar de bank ging nadat hij de noodoproep kreeg, een paar minuten na de overval.
De eerste getuige verklaarde dat, naar haar mening, er helemaal geen vrouw was geweest tijdens de overval, ook al verwees ze af en toe naar “de vrouw” uit de verklaringen van de andere getuigen. Ze herinnerde zich een niet nader bepaald aantal overvallers, 5, 6, of 7. Allemaal met donkerachtige huid. Ze herinnerde zich op z’n minst een donkere pruik en een blonde. De andere met bivakmutsen. Ze verklaarde dat ze ten tijde van de overval maar eén pistool heeft gezien, omdat de overvallers haar zeer snel vertelden dat ze met haar gezicht naar beneden op de grond moest gaan liggen, waardoor ze bijna niets heeft gezien. De persoon die haar vroeg of zij de sleutels tot de zware kluis had deed dat in correct Duits, maar (dit wist ze niet zeker) met een Oost-Europees accent. Ze kwam tot de conclusie dat het een zeer professioneel team was en dat dit niet hun eerste overval was geweest. En dat ze bekend waren met het interieur van de bank. Ze herkende niemand van de aanwezigen.

De volgende getuige verklaarde dat hij zich een vrouw herinnerde, en 4 mannen. De vrouw met een jonge en vriendelijke stem. Ze zou perfect Duits gepraat hebben, maar niet als moedertaal, en mogelijk met een accent uit Oost- of Zuid-Europa (namelijk Griekenland, Spanje, Italië, Roemenië…). Tijdens zijn getuigenis heeft de rechter herhaaldelijk erop gewezen dat hij een compleet tegenstrijdige versie aan het geven was ten aanzien van wat hij eerder verklaard had. De getuige zei dat het twee-en-een-half jaar geleden was en dat hij zich bijna niets kon herinneren. Hij herkende niemand.

De agent verklaarde dat toen hij aankwam bij de bank, enkele minuten na de noodoproep naar het hoofdkwartier, hij 15 mensen aantrof, allemaal niet vastgebonden, die op een “verhitte” manier aan het praten waren. Iedereen wilde hem zijn versie van het verhaal vertellen. Niemand kon uitleggen of het gereedschap waarmee ze zich hadden bevrijd uit de kabelbinders (tang en een mesje) toebehoorde aan de bank of aan de overvallers. Toendertijd spraken ze over een vrouw en verschillende mannen met een oosteuropees accent. Hij kon zich niets herinneren van die dag, en gaf toe dat hij diezelfde ochtend zijn verklaring nogmaals had moeten lezen om zich voor te bereiden op zijn getuigenis.

This entry was posted in Aachen, Duitsland. Bookmark the permalink.